Politie!..., 8 mei

Ik bevind mij nu te Hangzhou, en heb om daar te komen drie dagen gefietst. Vanaf Shanghai waren dat 265 fietskilometers, een stuk meer dan de hemelsbrede 180 kilometer van de wikipedia. Vandaag is rustdag, en heb ik de fiets alleen voor een boodschapje gebruikt. Deze rustdag heb ik benut om te rusten (daar is zo'n dag voor), en ook om te besluiten hoe ik verder ga na deze dag.

Maar eerst wat indrukken en belevingen van de voorbije twee fietsdagen.

Op fietsdag 2, Xitang-Wushen, waren de laatste vijftien kilometers het opmerkelijkst. Die vonden plaats onder volledige politie-escorte.
Dat zit zo.
Ik kwam bij een driesprong van landweggetjes waarvan ik toch al het idee had dat die helemaal niet op mijn kaart stonden. Zonnestand, kaart met geheimschrifttekens, noch gereden kilometeraantal, gaven me enige indicatie welke van de twee mogelijkheden (de derde niet want daar kwam ik vandaan) de goede weg zou zijn. Omdat ik op deze dag zo'n situatie al een keer of vijf had meegemaakt, wendde ik me tot een belangrijke bron van omgevingswijsheid: de lokale medemens. Er stond een politieauto op de driesprong, waar zo te zien twee mannen bijhoorden, weliswaar ongeüniformeerd, maar overduidelijk van dezelfde klasse als hun fraaie auto en duidelijk anders dan de fietsende boeren. De ene vermoedelijke politieman was bezig foto's te nemen van nummers op palen, de andere zag een beetje op (opzichterde een beetje). Ik stopte en liep met kaart en glimlach op de niet-fotograferende man af. Eerdere ervaringen met politiemensen die ik de weg vroeg gaven me het vertrouwen dat deze man me vast ook gewoon de weg zou willen wijzen. Je voelt het al aankomen: dat pakte wat anders uit. Hij was weliswaar bijzonder vriendelijk, zoals ook de eerdere politielieden, maar ook ingehouden vorsend, zo van wat-doet-u-hier-meneer. En jahoor. Paspoort laten zien. (Overigens sprak hij notabene redelijk wat engels! Ik vermoed achteraf dan ook dat dit Belangrijke politiemensen waren, met kennelijk ook opleiding.) Het visum begreep de man snel, dat was voor hem leesbaar. Maar al die rare letters op de bladzijde met mijn foto... Afijn. Waar gaat u naartoe meneer? Waar komt u vandaan? Ik kan hem duidelijk maken aan wat voor soort tocht ik bezig was, en dat ik nu alleen wou weten of ik links of rechts moest. Maar hij bleef vriendelijk-bedenkelijk zwijgen. Ik vroeg of het 'ok' was dat ik hier fietste, en hij schudde ernstig zijn hoofd en bevestigde dat met 'not ok,no'. Er kwamen wat gedachtenflarden bij me langs over 'verboden gebieden' waar elke chinafietser wel een keer in terecht komt, relicten uit een gesloten verleden dus, waarover ik had gelezen op reisverslagen van anderen, en ook in mijn reisgidsen. Opgebracht worden naar het buro, waar eindeloos met hogere chefs gebeld moest worden, vriendelijkheid weliswaar, maar gedoe, oponthoud, en, volgens die verhalen, een boete. En nooit enige duidelijkheid over de grens die overtreden zou zijn. Die gedachtenflarden bleken echter gelukkig niet bij deze situatie te horen. De politieman kon zich, zo interpreteerde ik achteraf, simpelweg niet voorstellen dat zo'n buitenlander zomaar in zijn gebied rondfietste en daar (meestal dan toch) min of meer zijn eigen weg wist te vinden. Uiteindelijk kwam hij met een idee. Hij zou met zijn collega voor me uitrijden om me een stukje de weg te wijzen. Nou, dat vond ik eigenlijk een prima voorstel, want dit was een verdraaid lastig gebiedje. Na een paar kilometer stopten ze om te zeggen dat ik toch nog maar een stukje achter ze aan moest fietsen. En na nog weer een paar kilometer stopten we weer. Onduidelijk wat er nu ging gebeuren. Nieuwsgierige kinderen en boeren verzamelden zich rond mij en mijn politievrienden. Ah, en daar stopte nog een politieauto, nu met 1 man erin, in uniform. Het bleek de bedoeling te zijn dat die de escorte overnam (geüniformeerd, dus goedkoper). Zelfs deze man bleek enige woorden engels te spreken, en vroeg of mijn bagage en fiets misschien in zijn auto moesten, of wilde ik achter hem aanrijden. Nou, dat laatste natuurlijk, kun je dan niet zien dat ik met een fietstocht bezig ben en dat het dan helemaal niet zo hoort om vrijwillig in een auto te gaan zitten (dit laatste dacht ik er alleen maar bij, en ik begreep natuurlijk best dat hij dat fietstochtgedoe van mij niet snapte). Ik gaf de eerste twee politieheren een hand en bedankte ze, zwaaide naar alle boeren en buitenlui, en ging in de achtervolging op mijn nieuwe koersleiderswagen. Af en toe hield hij even in omdat hij zelf de weg moest vragen aan een brommerrijder (geen grapje!! de man was nu een paar kilometer buiten zijn district en kende zelf de weg niet goed!!). Na vijf kilometer stopte hij, en vroeg of ik rust wilde. Nou nee, rij maar door hoor. Ik was weliswaar behoorlijk moe, maar had van al deze toestanden die uiteindelijk zo goed uitpakten ook extra energie gekregen, dus fiets maar door hoor. Na nog een paar kilometer stopte hij weer, vroeg weer of het nog wel ging, en zei dat het nog een kwartier naar Wushen was. O, dan was rust wel een goed idee, het is beter om niet uitgeput een hotel te hoeven zoeken. Ik had nog een restje cola in een flesje, en een banaan. En de politieman toonde zich hoogst geïnteresseerd in mijn onderneming, oh, nou snapte ik pas waarom ik in zijn auto had gemoeten en waarom hij om pauze vroeg, zo'n buitenlander mogen begeleiden is een hardstikke leuk klusje. Gelukkig hadden we een gezellig praatje zodat hij nog meer verhaal voor thuis kon hebben. Het laatste stukje naar Wushen was zo gepiept, even vreesde ik nog dat ie me nog onder dak moest gaan brengen in een hotel, maar zijn instructie ging niet verder dan tot de 'stadpoort' die ze daar hadden. Vriendelijk namen we afscheid. He, jammer. Morgen weer zelf de weg zoeken.

In Wushen een onvoorstelbaar luxe kamer voor 400 yuen, 40 euro, en 's-avonds gegeten in een zaakje waar het eten goed was en ik voor alle personeel en hun vrienden een bezichtigingsattractie bleek te zijn. Ik was snel klaar met eten. De volgende ochtend de echte attractie van Wushen bezichtigd: het oude dorp. Om dat dorp, weer zo'n soort giethoorn, is een heel groot hek neergezet, met een waanzinnig groot parkeerterrein ervoor voor vooral busdagjesmensen, gelukkig dus dat ik er al in alle rust op openingsmoment 8 uur in kon. Entree 100 yuen, 10 euro, da's duur voor hier. Tot mijn verbazing bleek het attractiepark bewoond te zijn door authentieke inwoners. Oude mensen zaten voor hun deur te kijken naar wat er vandaag ging komen, de wat jongere zaten er met hun handeltje of winkeltje. Zij woonden hun hele leven in een dorpje dat heel lang onbetekenend was geweest, de laatste twintig jaar ontdekt werd door chinezen die geld en tijd hadden om toerist te kunnen zijn, en inmiddels zo werd overweldigd door dat uitgedijde toerisme dat van de nood een deugd werd gemaakt: hek er omheen, entree heffen, en de boel opknappen en conserveren. Ik moet zeggen dat ze dat heel goed hebben gedaan. En aan de achterkant loopt dit museumdorp gewoon over in het modernere stuk van het plaatsje. In elk straatje zit een wachter die je kaartje controleert, bewoners lopen gewoon door. Slim.

Na die bezichtiging ging ik voor mijn derde achtereenvolgende fietsdag op weg naar voorlopige eindbestemming Hangzhou. Het binnenrijden van Hangzhou (6,4 miljoen inwoners) was zo mogelijk een nog helsere kwestie dan het uitrijden van Shanghai. Overeenkomst tussen beide was dat ik er keelpijn van kreeg. 'Fijnstof'-waarden die vast 10 keer (100 keer, 1.000 keer?) keer zo hoog zijn als op de ellendigste plekken van nederland. Hangzhou begon net zoals Shanghai eindigde: abrupt. Op een zeker moment stond er op een bord 'Urban area of Hangzhou' (in grote steden zijn vaak engelstalige opschriften), nou, dat klopte. Hardstikke Urban, ineens. Een onvoorstelbare heksenketel van auto's vrachtwagens driewielbromkarren en driewielfietskarren, en tweewielers natuurlijk. Bovendien bleek het avondspits te zijn, om vier uur gaan de bedrijven allemaal uit. Het deed me een beetje denken aan Vlissingen van vroeger, als scheepswerf de Schelde (toen een hele grote werkgever) uitging dan zwermden de arbeiders ook per fiets en brommer uit over de stad. Maar goed, na anderhalf uur heksenketel (ja, zo'n urban area van 6,5 miljoen mensen is dus groot, en bovendien ligt het tempo dan een stuk lager dan de aangename steady state van de 25 km/u van het asfaltsnelwegfietspad), was ik ineens in een relatief rustig en schoon centrum, en voor ik het wist ineens aan de andere kant de stad al bijna weer uit, wat ook de bedoeling was, want ik ging naar Xi Hu ('het meer in het westen'), een meertje van een kilometer of twee in doorsnee, temidden van heuveltjes, oase van rust, met buitenplaatsen, tempels, pagodes, tuinen, nouja mooi dus voor een rustdag. In de lonely planet stond zeer sterk aanbevolen om vooral naar de jeugdherberg (hostel) te gaan, door ligging (50 meter van meer) en kwaliteit. Enigszins besmuikt, want immers mijn leeftijd, ging ik erheen. Daar blijken echter niet alleen backpackjongeren te komen, maar ook leeftijdgenoten en (veel) ouder. En waar ik uit mijn jeugd bij het woord jeugdherberg nog een sneue slaapzaalassociatie had, had de lonely planet me al duidelijk gemaakt dat er kamers waren. Dat bleek zelfs inclusief airco en lcd-breedbeeld. Jammer dat ik beide niet nodig had. En perfecte service, op alle vragen antwoord, tweemaal vergezeld van een briefje met van die geheimtaal die ze hier onderling gebruiken, om de weg te kunnen vinden naar boekwinkel (voor kaart) respectievelijk internetcafe.

Mijn oorspronkelijke plan bestond uit fietsen naar Hangzhou. Stiekum had ik ingeschat dat dat in drie dagen moest kunnen. Dat bleek inderdaad zo te zijn, waardoor mijn fiets-moed en fiets-mood voor dit land alleen maar zijn toegenomen. Overigens heb ik nog helemaal niet verteld dat het overdag tot (tot, dus) vandaag zeer zonnig was, tot een graad of vijfendertig denk ik, en dat ik het fietsen zelf als bijzonder inspannend en bijzonder prettig ervaar.
Maar mijn verdere plan was nog niet helder. Vandaag heb ik opties overwogen en een besluit genomen. Terugfietsen? Niet uitdagend genoeg, en ik heb nog meer tijd dan voor alleen maar terug. Via het noorden een rondje maken, bovenlangs Tai-meer? Te weinig attractieve elementen. Rondje via het zuiden, en terug naar shanghai over de vorige week geopende langste brug ter wereld? Dat moet ik weer langs een paar van die grote miljoenensteden, en uitzoeken of je wel over die brug mag fietsen, want alleen het eroverheen fietsen is natuurlijk leuk. Aan de kant gaan staan bij de fakkelestafette? Die komt voor mij net te laat in deze regio. Dus ik heb gekozen voor de overblijvende optie: verder fietsen, en met binnenlands vervoer terug naar shanghai. Ik heb een geweldige bestemming gevonden. Ik fiets naar Tunxi / Huanshuan, in de derde en laatste provincie die ik aandoe, Anhui. Afhankelijk van hoe lang ik er over doe om er te komen maak ik nog een tocht door het berggebied daar. Dat is volgens de lonely planet en volgens een duits stel dat er net vandaan kwam, het mooiste berggebied van china. Ik neem dan op 15/5 de nachttrein terug naar Shanghai, waar ik dan 's-ochtends om tien uur aankom, naar mijn daar al gereserveerde 'start'-hotel fiets, en nog een laatste dagje doorbreng voordat op 17/5 mijn terugvlucht is. Ik heb goed uitgevogeld hoe fiets mee kan in trein, en werd bij die uitzoekerij geholpen door internet, een aardige goed engels sprekende bejaarde dame die me hielp bij een burocratische inlichtingenmevrouw van de CS (chinese spoorwegen), en de prima medewerkers (vooral -sters) van de hostel.

Oja, en vanaf tien uur vanochtend heeft het geregend tot zes uur vanmiddag. Bof ik even dat vandaag geen fietsdag was. Zometeen even het weerbericht voor morgen checken...