Kilometers maken, 10/11 mei

Het vergaat me allemaal nog steeds prima. Het is nu zondagochtend 10 uur, en ik ben in Tunxi / Huangshan, een heel relaxte middelgrote stad (1,5 mln. mensen) in het zuiden van de provincie Anhui. Let ook op schrijfwijze van Huannngshan op tolwegbord hiernaast....

Een paar van de mail/bloglezers vroegen me hoe het is om zo in mijn eentje te reizen en te zijn. Nou, zoals je uit het enthousiasme van mijn berichten kunt lezen gaat dat me goed af. Ik kan het goed vinden met mezelf. Wel vergt deze reis een hoge mate van alertheid, gecombineerd met overgave aan wat zich voordoet, en juist die combinatie bevalt mij heel goed.
Alertheid, omdat ik gezond moet blijven om de fietsinspanning aan te kunnen, dus goede zorg moet hebben voor eten en slapen, en de weg moet kunnen vinden, en moet zorgen dat mijn spullen niet gejat worden, en wat mijn dagelijkse spullenlogistiek betreft de boel steeds efficiënt op orde moet hebben (waar is mijn..., oja, in tasje / vakje X), en tegelijkertijd omdat de aandacht voor dit soort 'nudagelijkse' beslommernissen geen doel maar middel is om zo in dit land te kunnen zijn: vrij, op de fiets, met de mensen van dit land.
En overgave, omdat ik steeds niet weet wat ik zal tegenkomen, ik moet het doen met wat zich aandient aan eten, onderdak, contact, weer (eergister een hele dag in druilregen op de fiets, gister de hele dag brandende zon), en wegvindmogelijkheden.

De beslissing om na Hangzhou door te fietsen het binnenland in was goed. Uit fietsoogpunt alleen al vanwege het vinden van de weg. Er lopen twee rechtstreekse wegen tussen Hangzhou en Tunxi: een gloednieuwe tolweg (op mijn europeestalige grote-schaal- kaart nog gestippeld, nog in aanleg), en de oudere provinciale weg (vaak parallel aan de tolweg, maar ook veel meer slingerend en op-en-neer want ik ben nu in de bergen). Langs deze weg verbouwen ze aardbeien. Hele lekkere!

Zo'n provincieweg blijft voor mij als fietser steeds de hoofdweg, en heeft bovendien kilometerpaaltjes met wegnummer, zodat ik niet steeds zo moeizaam op de kaart hoefde te kijken, en heeft daarmee een sterk verdwaalbeperkende werking. Wel ben ik zowel gister als eergister toch nog ergens verkeerd gereden, tweemaal een kilometer of acht extra, nouja. Deze wijze van rijden had wel tot gevolg dat ik niet weet in welke plaats ik eergister heb overnacht. Het was een uur of vijf ‘s-middags, ik had er 98 kilometer opzitten, en was ineens in een aardig stadje en zag een hotel, het eerste hotel sinds het verlaten van Hangzhou. Toen was het zonneklaar dat ik daar in moest, natuurlijk.

Dit anoniem gebleven stadje had voor mij verder volstrekt niets bijzonders, dus vroeg op bed, en de volgende ochtend werd ik om 5.45 u wakker. Om half zeven ging ik kijken of er ontbijt was, het was me de avond tevoren niet duidelijk geworden of dat inclusief was bij de kamerprijs van 120 Y (12 euro; met alweer, zoals steeds, airco en tv). Beneden was een oudere dame een beetje aan het vegen, en voor inlichtingen handgebaarde ze me door naar de receptie. Daar had de receptioniste zich comfortabel met kussens en deken in een grote stoel geïnstalleerd en verkeerde zo te zien en te horen in een diepe slaap, waarschijnlijk had ze daar de hele nacht zo gezeten, en dikke kans dat deze nachtdienst direct zou overgaan in haar dagdienst, want ik denk dat er nog geen chinees woord bestaat voor 'arbeidstijdenwet'. Verderop uit de eetzaal kwam ook nog wat gesnurk, dat bleek afkomstig van een man die op acht eetkamerstoelen (vier bij twee, leuningen naar buiten) onder een deken lag, kennelijk ook de hele nacht zo doorgebracht. In elk geval hadden ze getweeën toch voldoende over mijn fiets gewaakt, want die stond nog in de zaal. Het zag er echter naar uit dat een eventueel ontbijt hier alleen maar veel tijdverlies zou opleveren, dus deed ik een eerste ontbijtje van de boodschappen van de voorgaande dag, op mijn kamer, banaan en wat koeken.

Vervolgens vertrok ik, zat om half acht op de fiets. En afgezien van korte fotopauzes (veel, want de omgeving was vaak adembenemend mooi), drinkpauzetjes (veel), picknickpauzes (twee) en restaurantpauze (een), heb ik vervolgens netto bijna acht uur de de fiets doorgebracht en stond er voor deze dag 158 kilometer op de teller toen ik nog net voor donker het hostel van deze stad binnenkwam, een uurgemiddelde van 20,0 kilometer precies. Nou, dat meet ik graag even breed uit hier, dat ik dat kan he..... En nog in de bergen ook, ik heb met grote regelmaat ook mijn allerlichtste versnelling moeten gebruiken. Knap he?.... Ik had vantevoren ingeschat dat de afstand tot Tunxi 120 à 180 kilometer zou zijn, en dat er een goede kans was dat ik gezien de afstand beter in het toeristische (dus met hotels) Shexian zou kunnen blijven, 30 kilometer voor Tunxi. Maar het ging dus zo goed dat ik het maar in een keer heb gedaan. Zo ver zal ik op deze reis niet nog eens gaan op een dag. Want het verder plan is als volgt.

Straks fiets ik naar Tangkou, een kilometer of zeventig volgens de Lonely Planet. Dat is de uitvalsbasis voor de hoogste berg (1841 meter) van het Huang Shan gebergte. Die kan ik niet per fiets op, en daarom doe ik die (redelijk toeristisch doenbare) tocht bergwandelend. Daarna nog twee a drie dagen ontspannen fietsen door het berggebied, en de bijzondere dorpjes en tempels die hier zijn, bekijken. Dat rondje eindigt dan weer bij hetzelfde hostel in Tunxi / Huang Shuan waar ik nu verblijf. En de volgende dag terug naar shanghai, naar het zich nu laat aanzien per bus, da's volgens de receptiemensen van het hostel heel comfortabel, en een van de vijf dagelijkse bussen naar shanghai, die van 13.00 u., neemt ook fietsen mee.

Nu stop ik met tikken, omdat ik nog taxi terug moet nemen van dit internetcafe naar hotel, spullen moet pakken, etcetera, en ook vooral nog wil fietsen vandaag!